Shiatsu is een van oorsprong Japanse natuurlijke therapie, gebaseerd op het zelfgenezende vermogen van het menselijk lichaam. Letterlijk vertaald betekent het ‘druk met vingers’ (shi = vinger; atsu = druk) en daarom wordt shiatsu in sommige gevallen aangeduid als Japanse vorm van acupressuur. Volgens de oosterse voorstellingen zijn gezondheid en ziekte uitingen van bewegende en gestagneerde energie.
Met een zachte, diep doordringende druk, volgend de wegen die energie geleiden (meridianen), stimuleert deze methode de richting van de energieën en versterkt het op deze manier het evenwicht tussen het fysieke en de psyché. De druk kan met de duimen, vingers, handpalmen, ellebogen, knieën of voeten uitgevoerd worden.
Een shiatsu-therapeut werkt vanuit zijn hara (centrum) en beheerst zijn eigen lichaamshouding en ademhalingstechniek.
Tijdens de behandeling zijn de ontvanger en de gever in een geheel verbonden, de zogenoemde genezende cirkel, wat een diepe ontspanning aan het lichaam en het bewustzijn geeft. Daarbij worden de gespannen spieren en weefsels in hun normale conditie terug gebracht en krijgen de zwakke plekken kracht. De balans in de vrije energiestroom keert terug. Na afloop van de behandeling voelt de ontvanger zich rustig en met elk deel van zijn lichaam verbonden.
De genezende kracht van de aanraking is bij shiatsu een weldaad voor het lichaam en de ziel.
In het Oosten wordt shiatsu gebruikt als preventie tegen ziektes, in het Westen voornamelijk voor genezing.
Bij ontvangen van shiatsu wordt aanbevolen kleding van katoen te dragen.